Het hoofd-hart dilemma
Omdat hij niet goed kan bedenken wat er leuk zou zijn aan zo’n technische studie, breng ik het gesprek op zijn interesses. Dat blijkt moeilijk te zijn. “Ik vind haast niks echt leuk, alles wel aardig en niks springt eruit“. En met glinsterende ogen zegt Tom opeens: “ik zou zo graag weten waar ik nou voor wil gaan, wat mijn passie is”.
Ik stel voor een tijdschriften oefening te doen. Een grote stapel allerhande bladen waar hij bij zichzelf test: waar blijft mijn aandacht op hangen? Knip of scheur het maar uit. De tafel ligt na een poosje al aardig vol met knipsels, tekstjes en foto’s. Wat zien we nu? En opeens zie ik hem opveren, zacht zegt hij: “ik zie helemaal geen dingen, geen techniek. Ik heb mensen uitgeknipt en kinderen. Ik wil eigenlijk mensen helpen, geloof ik”.
Een paar weken later, ik heb hem aangemoedigd in de bibliotheek wat te lezen over mensen, gedragswetenschappen, zorg, de medische sector. Hij komt terug met stralende ogen. “Ik denk psycholoog, of psychiater”, zegt hij. Maar hij zit er toch mee. Werktuigbouwkunde. Het was toch wat hij wou?
Maakt hij zichzelf nou niet gek met deze hele andere opties? We hebben nog een heel uur. Uiteindelijk ziet hij hoe hij zijn hart wil volgen. En dat het dan goed komt.
Kent u ook iemand die met een hoofd-hart dilemma worstelt? Aarzel dan niet om deze nieuwsbrief of mijn naam door te geven.